Als het in het voorjaar ongeveer 12 graden is, gaan de bijen erop uit en op zoek naar nectar en stijfmeel. Dit vinden ze bijvoorbeeld op sneeuwklokjes en krokussen, gevolgd door de wilgenkatjes, fruitbomen, esdoorn en bijvoorbeeld paardenbloemen. Halverwege juni zijn in de omgeving van de boerderij veel bomen uitgebloeid. Nelie brengt de bijenkasten dan naar de bloemende lindebomen en vervolgens naar de Biesbosch waar veel springbalsemien bloeit. Hier halen de bijen uiteindelijk hun gehele wintervoorraad aan honing. De honing is ook voeding voor de bij zelf. Nelie haalt om die reden dan ook alleen de honing uit de bijenkasten die de bijen teveel hebben verzameld. De honing wordt geslingerd en gezeefd en vervolgens in glazen potten gegoten.